maandag 9 oktober 2017

Hoe fris is ‘De ondergang van het Avondland’? (Lezen of niet)

Met veel bombarie wordt een nieuwe vertaling gepresenteerd: Spengler’s ‘De ondergang van het Avondland’. Het boek wordt als een klassieker gepresenteerd, maar is het wel zo’n fris boek? Er blijken een paar duistere kanten aan te zitten.

Het boek heb ik (nog?) niet gelezen, en ken het tot nu toe alleen van verwijzingen. De indruk die ik daaraan overhield: zwaar aangezet cultuurpessimisme. In bijgaande boekbespreking (1) kom ik beschrijvingen en citaten tegen die dat pessimisme toch wel een heel bepaalde kleur geven. Hoe fris is het om de ontwikkeling van culturen te zien in het kader van ‘een sociaaldarwinistische rassenstrijd op wereldschaal’, met als grootste gevaar ‘de opkomst van de gekleurde rassen’?

Aan pluralisme en menging lijkt Spengler een broertje dood te hebben. Laat ons, faustisch en met ijzeren wil, de eigen cultuur, van vreemde smetten vrij, redden van de ontaarding, voor zover dat nog mogelijk is, aangezien we reeds in een fase verkeren (volgens Spengler) van 'geciviliseerde' verwekelijking...

Is er ook een goede reden om het boek te gaan lezen? Een klassieker, okay, maar heb ik zin om mij door ruim twaalfhonderd pagina’s sociaal-darwinisme heen te worstelen, met als ijkpunt ras- en cultuurzuiverheid? Waarom zou ik mijn denken over cultuur en geschiedenis hierdoor laten framen?

Of ga ik nu teveel af op een boekbespreking die vooral focust op deze denklijn in het werk? Ook al is de focus eenzijdig, dat sluit niet uit dat het sociaal-darwinisme sterk aanwezig is in de visie van waaruit het boek geschreven is. En alles wat ik over Spengler en zijn boek lees bevestigt dit beeld.

De omvang kan nog een puntje worden. Ook in de discussies die erover gevoerd gaan worden. Wie neemt nog de tijd om een boek van ruim twaalfhonderd pagina’s te lezen?

Kleine voorspelling: binnenkort wordt het bon ton om te refereren aan de ‘ondergang van het avondland’, terwijl voor iedereen die het boek heeft gelezen overduidelijk blijkt dat de spreker of auteur slechts een recensie of de inleiding heeft gelezen, of zelfs dat niet. Wordt het weer zo'n boek dat bij velen in de kast staat, maar ongelezen, terwijl men wel doet alsof?

Te pas en te onpas gebeurt hetzelfde met twee andere klassiekers, wanneer iemand het weer eens heeft over het ‘einde van de geschiedenis’ (Fukuyama) of de ‘clash of civilizations’ (Huntington). Meestal onzin. In ieder geval heeft hetgeen gezegd wordt zelden iets met het boek te maken.

Hopelijk weten de deelnemers aan discussies over Spengler’s ‘De ondergang van het Avondland’ wel waar ze het over hebben, en hebben zij het boek zorgvuldig gelezen, én helemaal.

Wat betreft de vertaling en de discussies die er rondom heen worden georganiseerd, verbaast mij de verwachting die men kennelijk heeft bij het uitbrengen van ‘De ondergang van het Avondland’. Is hier sprake van het creëren van een media-event? Of sluit het uitbrengen van de vertaling inderdaad aan bij een bestaand cultuurpessimisme?

Waarom zou ik Spengler gaan lezen? Volgens uitgever Boom is het boek ‘schrikbarend actueel’. In wat ik over het boek lees, is me nog steeds niet duidelijk geworden waar men het dan over heeft. Is de Europese cultuur bezig aan haar ondergang? En wat doet men met het sociaal-darwinistische uitgangspunt dat het boek kennelijk heeft? Is dat op een of andere manier actueel? Kennelijk heb ik iets gemist.

In recensies wordt vaak gezegd dat Spengler het over allerlei zaken heeft die ook voor ons spelen: economisch, politiek, ecologisch, enz. Prima, maar is dat zo interessant? Een filosofisch boek lees ik, niet om de onderwerpen die worden aangesneden, maar vanwege de visie van de auteur op die onderwerpen. (En dan kan ook Aristoteles nog interessant zijn, ook al kon hij uiteraard geen idee hebben van de fenomenen die onze dagelijkse realiteit bepalen.)

De enige reden die ik kan bedenken is dat extreem-rechtse bewegingen en politici misschien dezelfde soort van argumenten zullen gaan bezigen als door Spengler uitgewerkt, en dat het dus goed is om daar kennis van te nemen, onder het motto ‘ken uw vijand!’ Maar is dat voldoende reden om ‘De ondergang van het Avondland’ te gaan lezen?

                                                                         *****

Gelet op de symposia, boekpresentaties en 'denkfeesten' ter gelegenheid van het uitkomen van de vertaling, maakt het de filosofische goegemeente geen moer uit of het een kwaadaardig boek betreft of niet: als er maar geld en aandacht mee verdiend kan worden!


Noot:
.1: Boekbespreking door Merijn Oudenampsen: Oswald Spengler en de Nazi’s


maandag 25 september 2017

De winst van politiek tegen divers samenleven. N.a.v. de 'normalisering' van Duitsland

Enkele notities

Toen ik gisteren vernam hoe de verkiezingen in Duitsland waren verlopen, was mijn eerste reactie dat het me niet verbaasde. De uitslag was wellicht verrassend voor Duitsland, maar wanneer je kijkt naar andere Europese landen (zoals Oostenrijk, Frankrijk en Nederland), dan is de winst van een rechts radicale, anti-immigratie partij niet vreemd. Er is eerder sprake van een inhaalslag. Het zou vreemd zijn als Duitsland een uitzondering zou blijven in Europa.

Maar toch, is deze ‘normalisering’ van Duitsland geruststellend?

Door de overwinning van Macron in Frankrijk raakte ik weer hoopvol gestemd. Zijn overwinning leek te breken met een trend in Westerse landen. Trump en Brexit hadden het nationalisme stevig op de kaart gezet. De eurofiele Macron bracht daar verandering in.

Tot gisteren, met een vraagteken. Zijn we met de winst van de AfD in Duitsland weer terug bij een trend richting eenkennig nationalisme? Het willen verstevigen van de blanke, eigen cultuur, weg van het samen willen leven met mensen met een andere levensovertuiging of religie en met een andere culturele achtergrond. Was de overwinning van Macron een uitzondering?

De Frankfurter Allgemeine kopte vanochtend: ‘Merkel und die Koalition der Zufriedenen’. Het bericht gaat verder voornamelijk over de winst van de AfD. Merkel ging voor het ‘Duitsland waarin we goed en gaarne leven’. Velen blijken daarin niet mee te willen gaan. Het aantal tevredenen in Duitsland is sterk afgenomen.

Merkel zal opnieuw een regering gaan vormen, maar je kunt niet zeggen dat zij nog langer staat voor een fier en zelfverzekerd Duitsland dat in de Westerse wereld als een licht in de duisternis een tegenpool vormt voor het blanke nationalisme van Trump.

In de Guardian las ik een artikel over het symbolische protest, afgelopen weekend, door tal van Football-spelers in de VS: zij knielden bij het spelen van het volkslied (in plaats van rechtop te staan, met de hand op het hart). (1)

Dit naar aanleiding van een toespraak van Trump in een rally op vrijdag, waarin hij tekeerging tegen spelers van de National Football League (NFL) die eerder niet het ‘juiste respect’ hadden getoond voor de Amerikaanse vlag en eigenaren van clubs opriep hen te ontslaan:”get that son of a bitch off the field right now, he’s fired.” Later riep hij in een tweet bezoekers op om wedstrijden te boycotten zolang spelers weigeren de juiste eer te betonen aan de vlag.

De meeste spelers die knielen zijn zwarte Amerikanen. En zij protesteren daarmee tegen discriminatie en racisme, met name in het optreden van de politie en in uitspraken van justitie.

Wat mij opvalt in het Guardian-artikel is een citaat van Robert Kraft, een van de bobo’s in de NFL: ‘There is no greater unifier in this country than sports, and unfortunately, nothing more divisive than politics.’

Wat verenigt sport in de VS? Diversiteit. Wat drijft de huidige politiek uit elkaar? Divers en tolerant samenleven. Waar gaat Trump voor? Eenkennigheid, homogeniteit. In al zijn ogenschijnlijk impulsieve reacties zit één rode draad: blank nationalisme. Overal waar het kan, zaait hij verdeeldheid langs deze lijn. Een politieke keuze.

En is dat niet wat Trump verbindt met Wilders, Le Pen en de AfD? Afscheid van diversiteit en het creëren van een tegenstelling tussen blank, Europees, geworteld in de christelijke, eventueel humanistische traditie enerzijds en de rest. En dus wil men afrekenen met antidiscriminatie, antiracisme, individualisme, homohuwelijk, en alle andere pogingen om het samenleven in diversiteit te bevorderen.

Diversiteit heeft het zwaar te verduren in deze tijd. Zelfs in een stad als Amsterdam is deze tendens merkbaar. Waarom ik altijd heb gehouden van mijn stad is juist de diversiteit: alles en iedereen is er te vinden, naast en door elkaar. Tot voor kort. Door nieuwe, liberale politiek neemt de segregatie alsmaar toe. Zogenaamd als gevolg van marktwerking. Binnen de Ring is alles in een hoog tempo aan het homogeniseren, richting blank en welgesteld. Alle anderen ‘verdwijnen’ gaandeweg naar andere wijken. Er is nog wel diversiteit in Amsterdam, maar steeds minder naast en door elkaar. Pseudo-tolerant gaat men de ander uit de weg en wel door te segregeren. Dit is geen ‘natuurgebeuren’, maar een gevolg van politieke beslissingen. Het tegengaan van segregatie is evenzeer een zaak van politiek.

Anyway, om terug te komen op de Duitse verkiezingen: wat staat ons te wachten? Blank nationalisme zal steeds meer het nieuwe ‘normaal’ worden, terwijl het ‘normaal zijn’ van diversiteit het onderspit dreigt te delven. Polarisatie dus, langs etnische, culturele en religieuze scheidslijnen.

Wat te doen? Hoe hierop te antwoorden? Opvallend is dat ook in Duitsland de sociaal-democraten fors hebben verloren (net als in Nederland en elders in Europa). Kennelijk valt er in deze hoek nog veel te vernieuwen. Of is een heel ander antwoord nodig?

Het bestrijden van fascistische tendensen is één ding. Beter nog: hoe te ontkomen aan het ideologische frame van radicaal rechts? Hoe houden we tolerantie en samenleven in diversiteit in ere? Een enorme kwestie, met veel dimensies, ook sociaal-economische, waar uiteraard nog veel over te zeggen valt. En niet te vergeten: ook van godsdienstige zijde (m.n. christelijk en islamitisch) steekt de neiging tot eenvormigheid de kop op. De vijanden van radicaal rechts zijn niet per se vrienden. Dat geldt ook voor immigratiepolitiek: zoals het sluiten van grenzen abject en mensonwaardig is, zo is een volstrekte open deur naïef en dom.

Er is werk aan de winkel voor nieuwe progressieve politiek, die de extremen weet te vermijden en die een geloofwaardig antwoord heeft op de vragen en behoeften die nu maken dat mensen radicaal rechts stemmen.  

Noot:
.1: Guardian artikel: ‘NFL players kneel for anthem in unprecedented defiance of Trump’, https://www.theguardian.com/us-news/2017/sep/24/donald-trump-nfl-protests-kneel-anthem


maandag 4 september 2017

Gaat Noord-Korea voor een tweede Vietnam, gesteund door China?

Nieuwe, nog zwaardere kernproef. Zal Trump zich laten verleiden tot een aanval op Noord-Korea? Wat hebben de steeds gewaagdere acties van Kim Jong-un te betekenen?


I.

Wat mij sinds enige tijd bezig houdt is een parallel met Vietnam: Noord-Vietnam die in een verbeten strijd de Amerikanen verdreef uit Zuid-Vietnam. De vraag is waarom deze parallel niet zou opgaan.

Wat mij opvalt in de commentaren is dat over Noord-Korea slechts wordt gesproken als een afschuwelijk, dictatoriaal regime, geleid door een machtswellustige en meedogenloze malloot. Waarschijnlijk valt daar weinig op af te dingen. De vraag is echter of daarmee alles gezegd is. (Zoals we ondertussen zouden moeten weten: demonisering geeft zelden een adequaat beeld van de realiteit.)

Is het mogelijk dat Noord-Korea, en met name de supreme leader Kim Jong-un, ook motieven heeft die minder onbegrijpelijk zijn? (Een demon hoef je immers niet te begrijpen; hij is per definitie een redeloos monster. Maar wat als Kim ook nog iets menselijks heeft?)

Als ik mij probeer te verplaatsen in een Noord-Koreaan, dan zou ik mij kunnen voorstellen dat hij zich druk maakt over het andere Korea, als zijnde een broedervolk, dat militair ‘bezet’ wordt door een legermacht die daar helemaal niet thuishoort, - nl een legermacht van een land aan de andere kant van de aardbol, de VS. Wordt het niet hoog tijd dat die Amerikanen het veld ruimen? Ik kan mij voorstellen dat een Noord-Koreaan dat denkt, - zoals ook menig Noord-Vietnamees vond toen diezelfde Amerikanen een deel van hun land (nl het zuiden van Vietnam) bezet hielden en verdreven moesten worden.

Nog belangrijker: het zou mij helemaal niet verbazen dat ook China dat vindt. Anders dan in de tijd van de Vietnam-oorlog, is China nu een wereldmacht, zowel economisch als militair, die zich ook als wereldmacht wil laten gelden. Zoals al bij andere incidenten is gebleken, wil China heer en meester zijn in de eigen invloedssfeer. En dat doel wordt fors tegengewerkt door de VS, die niet alleen een enorme legermacht heeft in Zuid-Korea, maar ook in Japan en op de Filippijnen. Het zou vreemd zijn als China daar vrede mee heeft.

Laten we de boel omdraaien. Stel dat Schotland in een bloedig conflict verwikkeld zou zijn met Engeland, en dat de Chinezen op Schotse bodem grote militaire bases zouden hebben, om de Schotten te helpen stand te houden tegen de Engelsen, zouden wij in Europa dan blij zijn met die Chinese aanwezigheid? Nee dus. Waarom zou dat anders zijn met Amerikaanse aanwezigheid in Zuid-Korea, bekeken door Chinese ogen?

Maar hoe krijgt China de Amerikanen weg uit zijn invloedsfeer? Zelf een oorlog voeren tegen de VS is veel te risicovol, zowel militair als economisch. Het beste is om een ander dat te laten doen, iemand die gek genoeg is om de vuile klus te klaren. Het zou me dan ook niet verbazen wanneer China slechts voor de vorm de Noord-Koreaanse acties veroordeelt, en dat het achter de schermen de nodige steun levert aan Noord-Koreanen om het schiereiland in een conflict te storten, onder leiding van de onvolprezen leider Kim Jong-un.

Groot ‘voordeel’ (voor China) is dat Kim meedogenloos genoeg is om duizenden doden te riskeren, niet alleen bij de vijand, maar ook aan eigen zijde; op een mensenleven meer of minder kijkt hij niet. En met nucleaire wapens onder handbereik zal hij zich een stuk sterker wanen. Misschien meent hij zelfs dat hij in staat zal zijn om heel Korea Amerikaan-vrij te maken, - net als ooit in Vietnam.

Uiteraard zijn de verschillen groot, tussen Vietnam in de jaren ’60 en ’70 en Korea nu. Het is bijvoorbeeld uiterst onwaarschijnlijk dat Noord-Korea een guerilla-oorlog zal beginnen om Zuid-Korea te ‘bevrijden’.

Het blijft evenwel mogelijk dat het conflict met Noord-Korea tot een tweede Vietnam wordt voor de VS, niet door een militaire nederlaag te lijden tegen Noord-Korea, maar doordat de VS moreel als een misdadiger en in de ogen van de wereld als een verliezer uit het escalerende conflict tevoorschijn komen, wanneer zij zich laten provoceren tot roekeloze actie.


II.

Waar het mij om gaat, is te proberen me voor te stellen wat die Kim Jong-un drijft, en met hem misschien een (groot?) deel van de Noord-Koreaanse bevolking. Het hele conflict reduceren tot deze Kim en hem louter voorstellen als een idioot en machtswellusteling lijkt mij het een en ander te verhullen. De haat tegen het ‘imperialistische’ Amerika zit heel diep, en met reden, gelet op de gruwelen van de Koreaanse oorlog, waarin Noord-Korea vrijwel geheel werd platgebombardeerd (door de VS!). Noord-Korea is bereid heel ver te gaan, niet alleen uit zelfverdediging, maar ook om te provoceren, en China is daar niet per se tegen, integendeel. Het is dan ook slecht voorstelbaar dat China vijandig zal optreden tegen Noord-Korea, en men weet dat in Pyongyang.

Anyway, wat dit heeft te betekenen voor het vervolg, weet ik niet. Maar het lijkt me weinig zinvol om het conflict te reduceren tot de gekte van twee presidenten, - over de tweede wilde ik het nu even niet hebben ;-) Er zit meer aan vast.

De wijze waarop over het conflict met Noord-Korea wordt gesproken, laat de bril zien waardoor Westerse politici en analytici doorgaans naar politieke situaties en ontwikkelingen kijken: alsof alles draait om behoeftebevrediging (economische belangen) en verstand (het zo rationeel mogelijk afwegen van de diverse belangen). Vandaar de hoge verwachtingen van economische sancties (tegen Noord-Korea) en de focus op het gebrek aan gezond verstand van de president (de gekte van Kim Jong-un).

Blinde vlek is waarover wordt gezwegen: de rol van de 'zaken van het hart'. Te weten: eergevoel, (gekrenkte) trots, (gebrek aan) erkenning, eerzucht, oud zeer, woede en ressentiment, tot en met gevoelens die worden opgeroepen door identiteit. Deze zaken spelen vaak een grotere rol in beslissingen dan een 'verstandig' mens zou wensen. Ook bij de machtselite, en dat is in een dictatuur voldoende om een heel volk mee te slepen. In de analyses van de spanningen tussen Noord-Korea en de VS ontbreekt het ten enenmale aan aandacht hiervoor. Ten onrechte.

Politiek die de 'zaken van het hart' negeert, schiet zichzelf in de voet. Of beter: zij is zelfdestructief. Want zij houdt geen rekening met de belangrijkste en taaiste drijfveer in menselijk handelen, zowel persoonlijk als collectief, en met een lang geheugen. Gekoppeld aan de noodzaak tot overleven, kan deze drijfveer zich samenballen tot heldenmoed, inclusief onberekenbaarheid en grote opofferingsgezindheid. De Russische president Poetin vatte het belang ervan helder samen, door te stellen dat Noord-Koreanen nog liever gras eten dan hun kernwapenprogramma stop te zetten. Wie dit afdoet als een lachertje, heeft nog niets begrepen van menselijke motivatie.

Het is uiteraard ook mogelijk dat Amerikaanse beleidmakers wel degelijk het belang inzien van de 'zaken van het hart', ook in het geval van Noord-Korea, maar dat het hen slecht uitkomt om er rekening mee te houden, waardoor het beter is om er helemaal over te zwijgen, - wat niet wil zeggen dat ze er niet mee te maken zullen krijgen. We zullen zien.


III.

Het enige dat Noord-Korea zal kalmeren, en eventueel denucleariseren, is het vertrek van de VS uit Zuid-Korea. Voor Kim-Jong-un c.s. is niet Zuid-Korea de vijand, maar de VS. Aangezien de VS zwaarwegende redenen heeft om daar te blijven (m.n. met het oog op de groeiende macht van China), zal de boel verder escaleren. De vraag is wie uiteindelijk aan het kortste eind zal trekken, en ten koste van wat.

(Maar misschien zit ik er helemaal naast...)

dinsdag 13 juni 2017

Nederland? Wat Nederland, en wanneer?

Hoe is Nederland ontstaan, en wanneer? Eeuwenlang ‘ontstond’ er helemaal niets, hier, in de delta van de Rijn, en al helemaal geen Nederland. Er waren constant veranderingen en grensverschuivingen, met telkens andere rijken en rijkjes.

Ook was het een komen en gaan van stammen en groepen. Volksverhuizing leek eerder de norm, dan de uitzondering, evenals machtswisseling.

Geopolitieke kaarten door de tijd heen, van wie in de Rijndelta woonden en in welke formatie (1), laten zien dat er de afgelopen 4000 jaar slechts sprake was van veranderingen. Dit ziende, wordt het bizar om te geloven in vaste, ja definitieve grenzen, net als menen dat er zoiets bestaat als een ‘Nederlands volk’. Welke grens? En welk volk?

Als er al zoiets als ‘Nederland’ bestaat, dan is dat ongeveer net zolang als de Verenigde Staten, waarvan vaak gezegd wordt dat het zo ‘jong’ is. NL is niet veel ouder.

Je vraagt je af hoe het komt dat wij in stabiliteit zijn gaan geloven, en vaste grenzen. Historisch is er geen enkele reden toe. ‘Alles stroomt, niets is blijvend’, zei Herakleitos reeds, zo’n 2500 jaar geleden. Waarom zou dat nu anders zijn?

Hoe zou (internationale) politiek eruitzien, als we uitgingen van permanente verandering i.p.v. streven naar stabiliteit?


Noot:
.1: zie video ‘Het ontstaan van Nederland door de duizenden jaren heen’