vrijdag 11 november 2011

Wat de Occupy-beweging ondertussen (bij mij) heeft losgemaakt

.
De Occupy-beweging bestaat nu enige tijd. In Amsterdam sinds 15 oktober, toen het Beursplein werd bezet. Regelmatig ga ik even langs. Om mijn solidariteit te betuigen. Om te zien wat er gaande is. Om deel te nemen aan een actie of een discussie. Om even een soepje te eten. Om gewoon even de sfeer te proeven. Daarnaast volg ik het nieuws, informeer me op het internet, lees achtergrondartikelen die verband houden met de zaak van de ‘occupiers’. Inspirerend!

Wat heeft het ondertussen bij mij losgemaakt?
Ten eerste de constatering dat de apathie en onmacht doorbroken kan worden. Wat de Occupy-beweging aan de orde stelt, blijkt te worden herkend door velen.
Dat geldt ook voor mij. Eerlijk gezegd had ik de hoop zo goed als opgegeven dat er ooit nog iets zou veranderen aan de macht van financieel-economische instellingen, zoals banken en beurzen. Met name door de globalisering en liberalisering van de markt leek het me vrijwel onmogelijk geworden om nog greep te krijgen op ontwikkelingen die met kapitaal te maken hebben. Het wereldwijd om zich heen grijpen van de Occupy-beweging heeft mijn fatalisme gekeerd.
Misschien is een systeemverandering nog ver weg, maar tegenmacht is mogelijk en effectief. Misschien dat de stemming onder bevolkingen zodanig zal veranderen dat politiek en bedrijfsleven gedwongen zullen worden om iets te doen, - want daar ligt de kracht van de Occupy-beweging: in de bevolking.

Het huidige financieel-economische systeem begint zijn vanzelfsprekendheid meer en meer te verliezen, en dat is alleen maar toe te juichen. Politiek & economie zijn in hoge mate een kwestie van vertrouwen. (Denk aan het zgn consumentenvertrouwen en het vertrouwen van de burger in de overheid etc.) Dat is ook het voornaamste speelveld van de Occupy-beweging: vertrouwen, plus de afgeleiden ervan, zoals imago. ‘Naming, blaming & shaming’: terecht dat het kleine aantal geldhandelaren dat fors verdient ten koste van talloze burgers en hele economieën destabiliseert, publiekelijk te kijk worden gezet, tezamen met hun politieke vrienden. Alleen al het bekend maken van de blote feiten is effectief.

En er is meer dan dat. Samenleven is niet slechts een kwestie van economie en financiën, - zoals het geval lijkt wanneer je het nieuws volgt (alsof alleen het huishoudboekje van zowel burger als staat op orde hoeft te zijn, en dan zou er verder geen probleem meer zijn). Mentaliteit en cultuur zijn minstens zo belangrijk. Occupy biedt tegenwicht, minstens door efficiëntie en nut niet in alles het hoogste woord te laten hebben, en vooral ook: door ruimte te laten aan meerdere invalshoeken. En van onderaf: niet alleen wat de mediale en politiek elite aan krantenkoppen weten te produceren is van belang om gehoord te worden; er is meer. Dat weet iedereen al lang, maar nu krijgt het ook een spreekbuis.

(Het zou al een enorme winst zijn wanneer de financieel-economische crisis gepaard zou kunnen worden aan de ecologische: zijn daarin niet tal van dwarsverbanden te bespeuren, minstens wat betreft mentaliteit?
Wat zou er gebeuren, hoe zou ons denken over de huidige problemen veranderen, wanneer we radicaal zouden kiezen voor het liefhebben van het leven, inclusief aarde en inclusief diversiteit aan mensen? Wat voor opvattingen en praktijken zouden we kunnen inoefenen om een dergelijke levenshouding te actualiseren? En wat voor uitwerking zou dat hebben op de systemen die we ontwerpen, niet alleen om te overleven, maar om dat gezamenlijk en zo optimaal mogelijk te doen?)

De Occupy-beweging laat (het hebben van) idealen en verlangens opnieuw tot leven komen. Zij is daar uiteraard niet alleen verantwoordelijk voor, maar zij geeft er wel concreet gestalte aan, - en dat is niet onbelangrijk in tijden dat fictief leven meer aandacht lijkt te krijgen dan het feitelijke leven.

Er is alle gelegenheid om de bewustwording over de huidige systeemcrisis te laten groeien, gevoed door het nieuws van de dag (zoals de eurocrisis, de problemen in Griekenland, Italië, etc). De voortdurende presentie van de ‘occupiers’, in Amsterdam en elders, maakt dat er een soort brede horizon ontstaat waartegen hedendaagse ontwikkelingen tot gestalte komen en tegen het licht gehouden kunnen worden.

De huidige crisis (en de financiële is er maar een deel van) dwingt tot een ‘herdenken’ van de toekomst: volgens welke agenda’s leeft de huidige wereld? Tegen welke grenzen lopen zij aan? Wat voor toekomst willen we eigenlijk? En welke rol wil/kan ik daarin spelen? Niet alleen financieel hebben we een schuld uitstaan naar de toekomst, waarvan het de vraag is of we die wel terug kunnen betalen op de manier waarop we nu leven en denken. Stevenen we af op een meervoudige systeemcrash? Kortom, moeten we onze verwachtingen van de toekomst niet grondig herzien?

De bewustwording van de noodzaak van systeemverandering neemt toe, ook al is nog niet duidelijk hoe. Er ontstaat meer en meer een voedingsbodem voor alternatieven. De aanhoudende vraag hoe het anders zou kunnen/moeten is reeds grote winst: zij brengt nieuwsgierigheid en creativiteit op gang! En in feite is de aanwezigheid van Occupy-beweging op vele plekken in de wereld de belichaming van die aanhoudende vraag!

Sociale media, zoals Facebook, bewijzen hun diensten. Zij maken dat de Occupy-beweging zich wereldwijd verbreidt, zonder dat er sprake is van een ‘directie’. Sociale media maken het mogelijk dat het een grassroots-beweging is en blijft. Lokale initiatieven worden gevoed/ geïnspireerd door ontwikkelingen elders.

En er zijn nog andere effecten.
De publieke ruimte is opnieuw een ‘politieke’ ruimte. Eindelijk (weer?) een plek waar je ongedwongen met een pluriformiteit aan mensen in gesprek kunt raken over issues die ons allen aangaan, - de basis van democratie. Moge dit gebruik van de publieke ruimte, als plek voor politiek in haar oorspronkelijke betekenis - nl ‘je gezamenlijk bemoeien met de samenleving’ -, voortduren en onze democratie een nieuwe impuls geven!

Het opmerkelijke is dat de Occupy-beweging mij het gevoel geeft dat mijn inzet ertoe doet, terwijl ik dat helemaal niet (meer) heb bij de ‘gewone’ politiek. Ik kan dan één keer in de zoveel tijd een hokje aankruisen, met de abstracte hoop dat dat ene kruisje, opgeteld bij de vele andere, enig effect zal hebben in de stembusverhoudingen. In het geval van Occupy, als grassroots-beweging, heb ik het gevoel dat alleen mijn solidariteit al van belang is, en dat het stem geven aan die steun al kan betekenen dat het anderen infecteert, waardoor de ‘zaak’ zich verder verspreidt en meer draagkracht krijgt.

En verder:
. Nieuwe omgangsvormen krijgen gestalte. Met name hoe je met elkaar discussieert, zoals wordt gepraktiseerd tijdens vergaderingen van ‘occupiers’. (Laatst was ik bij een workshop ‘geweldloos communiceren’ in de grote tent op het Beursplein, gegeven door een professional, als haar vrijwillige bijdrage. Zij oefende met de aanwezigen manieren om agressieve discussies een positieve wending te geven, met de bedoeling een wederzijds gesprek tot stand te brengen, in plaats vanuit verwijten elkaar te bestoken. Geweldig!)
. Diversiteit kan naast elkaar bestaan, ook in besluitvorming. Mooi om te constateren dat verschillen in motivatie en in politieke opvattingen het met elkaar uithouden. (Eerder vreesde ik dat de beweging gekaapt zou worden door een of andere eenkennige, ideologische ‘partij’. Gelukkig is dat tot nu toe niet gebeurd.)

Al met al geeft de Occupy-beweging me weer moed. Het zou me niet verbazen wanneer de Occupy-beweging een nieuwe impuls zal weten te geven aan engagement. Dat doet het bij mij in ieder geval!
Het heeft zin om je druk te maken over politieke issues en te protesteren (in plaats van alles te reduceren tot het persoonlijke; de slogan ‘verander de wereld, begin bij jezelf’ begin ik steeds dubieuzer te vinden). Het heeft zin om vast te houden aan je gevoelens van ongenoegen en verontwaardiging over wat er in de wereld gebeurt, zowel lokaal als mondiaal. Het heeft zin om te denken aan alternatieven.
En buitenparlementaire tegenmacht blijkt nog steeds mogelijk, en met effect!

De hardnekkigheid van de bezetters maakt een verschil: bravo! Dit maakt dat deze beweging uitstijgt boven een incident in het nieuws van de dag, - waardoor het een week later alweer vergeten zou zijn.

Moge de Occupy-beweging het nog lang volhouden, in welke vorm ook!




[groeitekst: het is goed mogelijk dat deze tekst nog enige veranderingen ondergaat]

vrijdag 4 november 2011

Bravo voor Papandreou! Politici, gebruik je macht en stop de chantage door luchthandel!

Buitengewoon boeiende zet van de Griekse premier Papandreou, om een referendum voor te stellen! Vrijwel iedereen schreeuwde moord en brand, - althans, in de media. Maar wat wil men? Is het de bedoeling de democratie buiten spel te zetten? Moet Europa uit eigen beweging tot een soort China worden dat zich schijndemocratisch laat dicteren door een politbureau in Brussel?

Natuurlijk laat je het volk meebeslissen wanneer je als politiek verantwoordelijke gaat instemmen met een bezuinigingspakket waar je als bevolking jarenlang last van gaat krijgen. Natuurlijk zet je met het referendumvoorstel de conservatieve oppositie het mes op de keel, en eis je dat zij haar verantwoordelijkheid neemt (in plaats van slechts ‘tegen’ te zijn uit politiek opportunisme), - nota bene terwijl de sjiek van Griekenland decennialang heeft geweigerd belasting te betalen. Natuurlijk negeer je de woede van lieden als Sarkozy die Europese politiek in een dictatenregime dreigen te transformeren.

Laten Europese politici een voorbeeld nemen aan Papandreou. Als Europese politiek slechts mogelijk is door je als lidstaat nog kleiner te maken dan je al bent, door je gedeisd te houden en je indirect te laten dicteren door de financiële sector, dan is het beter dat er een einde aan komt.

Het gepiep over de dreigende ‘val van de euro’ riekt naar propaganda en chantage. Ik geloof er helemaal niets van. Ik krijg er hetzelfde gevoel bij als bij de weken durende verhalen over ‘massavernietigingswapens’ in Irak, voorafgaand aan de militaire acties van Bush and Blair. Leugens bleken het te zijn.

Bovendien, als de euro zo zwak is dat zij dreigt te vallen door financiële problemen van een kleine lidstaat als Griekenland, dan is het beter dat zij valt. De ‘fundamentals’ van deze gemeenschapsmunt zijn dan totaal ondeugdelijk. We kunnen dan de komende jaren telkens opnieuw hetzelfde tafereel verwachten, met dezelfde chantage.

De propagandamachine draait weer volop. In de Volkskrant van 4 november, in verband met de eurocrisis: ‘Sarkozy verwees naar de vele oorlogen die op het continent zijn uitgevochten’. Walgelijk goedkoop om nu met dergelijke statements te komen.

En: ‘Als euro ontploft, ontploft Europa’. Nogmaals, als dit werkelijk zo is, en als dit valschema simpelweg getriggerd kan worden door het wangedrag van een van de lidstaten, en nog wel een van de kleinste, dan is het beter dat de EU wordt opgeheven!

De ziener van Europa, Sarkozy, verkondigde in Cannes zijn visioen: ‘De euro gaat vóór Griekenland. De euro is het kloppende hart van Europa.’ Wordt het dan niet tijd dat Europa een ander hart krijgt?

Het is absurd, to say the least, dat elk politiek besluit in de EU wordt begeleid door de angst: hoe zullen de beurzen reageren? Waar is godverdomme de handelingsruimte van politici gebleven? Wordt ons lot als Europees burger afhankelijk gemaakt van een stelletje niet-nadenkende, dollarhitsige en als geldmachines acterende beurshandelaren? Dat is toch volkomen van de zotte!

Ik verwelkom elke politieke actie die de afhankelijkheid van de financiële sector niet langer voor lief neemt. Politici van Europa, neem je verantwoordelijkheid, en gebruik waar je voor in het leven bent geroepen: democratische macht! Laat je niet langer kisten door luchthandel!

Anyway, laat de keuze aan de Grieken. En als zij ervoor zouden kiezen om uit de euro te stappen, waarom niet? Ik citeer Arjo Klamer in NRC-next:
‘Ik stel voor om eens naar Argentinië te kijken. Argentinië verkeerde in 2001 in dezelfde situatie als Griekenland nu. Ook Argentinië had een grote publieke schuld. Ook daar greep het IMF in, met het bekende recept van bezuinigen en knijpen. In 2001 besloot de toenmalige president Saá tot het faillissement van Argentinië. Hij trad af. Zijn opvolger besloot in januari 2002 de vaste wisselkoers tussen pesos en dollar los te laten. Het gevolg was dat Argentijnen in één nacht 60 procent van hun vermogen kwijtraakten. President Nestor Kirchner (de man van de huidige president) keerde zich vervolgens tegen de IMF, investeerde in bedrijvigheid en verbeterde de sociale voorzieningen. De Argentijnen hervonden het vertrouwen in hun eigen samenleving en organiseerden spontaan ruilsystemen. Het gevolg was een aanhoudende groei van rond de 8 procent.
Het kan anders, als we de werkelijke problemen onder ogen durven zien en als we niet vasthouden aan de euro als iets heiligs.’ (4-11-11)

Tenslotte. Ik ben vóór Europa, niet tegen de euro, maar als de euro betekent dat we voortaan geregeerd worden door beurshandelaren, dan maar een Europa zonder euro.