vrijdag 9 januari 2015

Charlie, pluriformiteit en ons korte culturele geheugen



De vraag is welke waarden of principes we leidend willen laten zijn voor de beschaving waarin we willen leven. Waarvoor willen we rechtop gaan staan en zijn we uiteindelijk bereid te sterven? Voor de een zijn dat de burgerlijke vrijheden, inclusief de vrijheid van meningsuiting; voor een ander is dat de onaantastbaarheid van een religieuze waarheid, een boek of een profeet. Deze twee opties sluiten elkaar uit; ze kunnen niet beide tegelijkertijd en in dezelfde mate worden gerespecteerd. De keuze voor de een of de andere is een keuze voor het type beschaving waarin we willen leven. Ik kies voor de eerste. En dus, ja: Je suis Charlie!


Waarheid of voorkeur

In wat voor beschaving wil ik leven: in een pluriforme beschaving of in een beschaving die wordt gedomineerd één type waarheid? De keuze gaat wat mij betreft niet over meer of minder waar, maar over voorkeur. Is waarheid niet een nuttige fictie ter bevordering van een voorkeur? Die voorkeur betreft een praktijk; waarheid is het ondersteunende verhaal. Of beter: op waarheid doet iedereen aanspraak in het debat over die voorkeur.

In dit debat gaat het niet puur om vrijheid van meningsuiting en andere burgerlijke vrijheden. Deze vrijheden staan in dienst van een zaak die ons allen aangaat, nl een pluriforme samenleving, als antwoord op de vraag in wat voor type beschaving ik/we willen leven.

Mijn voorkeur gaat uit naar een pluriforme samenleving waarin een zo groot mogelijke diversiteit aan mensen, met een veelheid aan leef- en denkwijzen, kunnen samenleven. Ik zou niet willen leven in een samenleving waarin één specifieke leef- en denkwijze (een godsdienstige bijv) allesbepalend is. Integendeel, ik zou niet omringd willen worden met mensen die allemaal hetzelfde denken als ik. De verschillen voeden mij en houden me alert w.b. het fictieve karakter van mijn eigen opvattingen; zonder verschil is de kans groot dat ik verstar in mijn denken, eenkennig word en ga geloven in de waarheid.

Behalve deze persoonlijke redenen, speelt ook een meer filosofische veronderstelling, wat betreft mensopvatting. Ik geloof niet in één ware leef- en denkwijze, en wel omdat mensen verschillend zijn: in aanleg, in achtergrond, in ontwikkeling, in voorkeuren, in beleving, in de doelen die zich stellen etc. En dat leidt tot een diversiteit aan leef- en denkwijzen en veel andersdenkenden. Om hieraan optimaal ruimte te geven is het hooghouden van burgerlijke vrijheden (waaronder de vrijheid van meningsuiting) cruciaal. Plus een politiek systeem en een rechtsorde die deze vrijheden beschermen en bevorderen. En burgers die worden opgevoed in zelfrelativering en tolerantie.


Burgerlijke vrijheden versus Onaantastbaarheid

Religieuze waarheden en de vrijheid van meningsuiting hoeven elkaar niet uit te sluiten, mits de gelovigen de zelfrelativering kunnen opbrengen om ruimte te laten aan andersdenkenden. Wanneer gelovigen hun waarheid, boek of profeet als onaantastbaar zien (en het gaat me om het woord ‘onaantastbaar’; je mag er dus op geen enkele manier aan zitten, kritiek leveren etc), dan zie ik niet hoe dat te rijmen is met de vrijheid van meningsuiting. Immers, een andere mening over die waarheid, dat boek of die profeet is dan al snel in strijd met die onaantastbaarheid. Aan dit laatste toegeven betekent dat je burgerlijke vrijheden ondergeschikt maakt aan de onaantastbaarheid van één bepaalde waarheid etc. De vrijheid van meningsuiting, bijvoorbeeld, wordt dan ingeperkt tot datgene wat de gelovige toelaatbaar acht. Ik zie dus niet hoe onaantastbaarheid van een religieuze waarheid, boek of profeet kan worden verenigd met burgerlijke vrijheden.

Uiteraard kun je kiezen voor respect voor de onaantastbaarheid van een religieuze waarheid etc (iets wat voorstanders van een islamitisch kalifaat inderdaad doen), maar ik kies er niet voor. Ik kies voor een beschaving waarin burgerlijke vrijheden bovenaan staan en daarmee ook de erkenning dat waarheden pluriform zijn.


Compassie?

Sommigen wijzen erop dat alle godsdiensten de gulden regel van compassie hebben, waaruit dan ook respect zou volgen voor andersdenkenden. Dat zou kunnen, maar deze regel wordt dan vaak wel nogal selectief toegepast. In de islam, bijvoorbeeld, is er wel respect voor andere ‘mensen van het Boek’ (d.w.z. joden en christenen), maar niet voor polytheïsten (zoals hindoeïsten), boeddhisten of atheïsten. Willen godsdiensten zich werkelijk en voluit houden aan de gulden regel van compassie, dan moet dat doorgaans worden afgedwongen, zoals dat bijvoorbeeld is gebeurd in het christelijke Europa. Kennelijk komt men daar vanuit zichzelf niet toe.


Kort cultureel geheugen

Overigens verbaas ik me telkens weer over ons korte culturele geheugen, w.b. burgerlijke vrijheden en hoe deze ‘normaal’ zijn geworden. Tot een eeuw geleden werd de Europese beschaving gedomineerd door het christendom. Mensen die kritiek hadden, werden gemarginaliseerd dan wel vervolgd.

Ik noem enkele voorbeelden:
. Het humanisme (en m.n. de afdeling vrijdenkers) heeft het als niet-christelijke vluchthaven lange tijd moeilijk gehad om een poot aan de grond te krijgen in het christelijke Europa.
. Wie in het 18de eeuwse Europa ‘spinozist’ werd genoemd, was zijn leven niet zeker. Ook in Nederland werd het verdedigers van Spinoza lastig gemaakt. Sommigen, zoals Koerbach, moesten het zelfs bekopen met de dood. Tot in de 19de eeuw kon je wel fluiten naar de academische carrière wanneer je Spinoza-aanhanger was. (Lees het werk van Jonathan Israel.)
. In de 13de en 14de eeuw zijn de katharen letterlijk uitgeroeid in een gecombineerde operatie van Franse koning en katholieke kerk.
. Ik hoef niets te zeggen over andere niet-katholieken die als ‘ketter’ werden vervolgd en gedood. (Protestantisme is simpelweg een ketterij die de katholieke eliminatiedrift heeft weten te weerstaan en overleefd. En we hebben er de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aan te danken!)
Het aantal voorbeelden valt met gemak uit te breiden.

Hoe is het monopolie van het christendom in Europa doorbroken? Waaraan hebben we te danken dat wij nu in een Europa met burgerlijke vrijheden leven? Wat maakt dat wij niet meer worden vervolgd voor het hebben van opvattingen die afwijken van een heersende religie? Juist ja, vanwege critici en provocateurs! Vanwege mensen die geen onaantastbaarheid accepteerden! Vanwege mensen die de moed opbrachten (en er zelfs voor stierven) om hun afwijkende ideeën toch wereldkundig te maken, om openlijk en provocerend kritiek te leveren op de macht van de kerk en op de onaantastbaarheid van de christelijke leer, etc. Onze vrijheid is niet vanzelf ontstaan, maar is te danken aan geestverwanten van Charlie Hebdo. Waarom vergeten wij dat?

Laten we alsjeblieft aan de voorgeschiedenis van onze culturele situatie denken voordat we beginnen te piepen over respect voor religieuze opvattingen!


P.S.

‘Je suis Charlie’ en het islamitisch kalifaat

Het moge verbazen dat ik de slogan ‘Je suis Charlie’ onderschrijf, en tegelijk voorstander ben van een islamitisch kalifaat (zie blog van 7-10-14). Wat mij betreft zitten beide elkaar niet in de weg, integendeel.

Ik ben niet vóór een islamitische kalifaat omdat het mijn voorkeur heeft w.b. beschaving waarin ik zou willen leven, maar omdat het m.i. de enige manier is om de droom van een islamitisch kalifaat de wereld uit te helpen. Al eeuwen leeft deze droom voort in de islamitische wereld, ook nu de wereld compleet is veranderd in vergelijking met de tijden van de vroegere kalifaten.

De droom van het kalifaat fungeert in de culturele verbeelding als de oplossing voor alle kwaden, ellende en onderdrukking die moslims ondergaan: als het kalifaat wederom zal worden gesticht, zal er vrede, rechtvaardigheid en welzijn heersen voor iedereen. Althans, dat is de gedachte.

Zolang deze droom niet de gelegenheid krijgt om zich te realiseren en zich aldus te meten aan de realiteit van alledag, zal het kalifaat altijd de droom blijven die voor alle oplossingen gaat zorgen. Alleen de realisering van de droom kan zorgen voor een historische ervaring, nodig om eruit te leren en om een stap verder te zetten. Zo niet, dan zal over duizend jaar het kalifaat nog steeds dezelfde droom zijn, waar men alles voor over heeft (inclusief moord en terreur), ten einde tot realisering ervan te komen.

Het is dan ook erg onverstandig van het Westen om de huidige poging van ISIS om een kalifaat te stichten tegen te gaan. Het houdt de droom alleen maar in stand, ja voedt hem zelfs.

Ter vergelijking. De Sovjet-Unie was de realisering van een socialistische droom. De Sovjet-Unie als het ‘reëel bestaande socialisme’ was de reality check van die droom. Na de Val van de Muur, in 1989, is het over en uit met de socialistische droom. We hebben de historische ervaring gemaakt en gezien wat hij waard is, en kunnen nooit meer naïef geloven dat het socialisme de oplossing is voor onze ellende.

Op dezelfde manier zou ook de droom van het islamitische kalifaat in staat moeten worden gesteld om een reality check te ondergaan.

Nogmaals, ik kies er niet voor. Ik zou niet in zo’n kalifaat willen leven. Maar er blijken tal van moslims te zijn die dat wel zouden willen. (Zie ook de vele jongeren uit westerse landen die naar Syrië en Irak afreizen.) Ik zou zeggen, prima, ga je gang. Maak je droom waar en ervaar wat hij waard is! Doe dat in een land (of landen) dat veel aanhangers kent van die droom. Maar niet in landen (zoals Nederland en Frankrijk) waarin de grote meerderheid van de mensen zoiets niet wil.

Ik wens ook de islamitische wereld toe dat zij burgerlijke vrijheden leidend maken voor hun beschaving. Maar het heeft geen enkele zin om zoiets op te leggen of af te dwingen. Het is aan de mensen in de islamitische wereld zelf om uit te maken in wat voor beschaving zij willen leven. Als zij massaal gaan voor burgerlijke vrijheden, dan zullen we dat wel merken. Tot nu toe vermoed ik dat het kalifaat minstens een belangrijke concurrent is van burgerlijke vrijheden, en misschien is het nog steeds wel de belangrijkste kandidaat, als het gaat om de vormgeving van cultuur en samenleving.

Zolang het kalifaat niet wordt gerealiseerd en aan een reality check wordt onderworpen, zal het als droom de culturele verbeelding in de islamitische wereld blijven beheersen en zullen burgerlijke vrijheden (zoals de vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging en de vrijheid van meningsuiting) geen of slechts een secundaire rol spelen. Daarom ben ik vóór een islamitisch kalifaat. En: Je suis Charlie!