maandag 12 september 2011

Hoe gevaarlijk zijn intellectuelen?

Enkele recensies gelezen over ‘De intellectuele verleiding – Gevaarlijke ideeën in de politiek’ van Frits Bolkestein. Heb het boek zelf nog niet gelezen. Is er een reden om het wel te doen?

‘Hoed u voor de intellectueel’ kopte een van de recensies, afgelopen zaterdag in de Volkskrant.
Volgens Frits Bolkestein zijn intellectuelen de vijand van de mensheid, wanneer zij los van de werkelijkheid en zonder politieke ervaring in hun denklaboratorium ideeën ontwikkelen, met de bedoeling er de wereld mee in te richten. Volgens idealen. Mensen met een blauwdruk voor hoe de werkelijkheid zou moeten zijn, op zoek naar implementatie.

De kritiek van Bolkestein is niet nieuw. Karl Popper is hem voorgegaan, in ‘De open samenleving en haar vijanden’, - een scherpe kritiek op met name Plato en Hegel en hun leerlingen, om ongeveer dezelfde redenen als Bolkestein: ideeën krijgen de voorrang op de werkelijkheid. Om die kritiek te hebben, hoef je dus geen politicus te zijn geweest.

De vraag is: zijn intellectuelen het probleem?

Ik zou zeggen: funest is het rücksichtslos willen geloven in een waarheid en de menselijke neiging om te opereren volgens idee-fixen. Beide zijn funest voor de openheid voor wat zich voordoet; deze wordt erdoor vertekend. Het leidt tot een selectieve waarneming van de werkelijkheid. Ook is er doorgaans weinig speelruimte voor oplossingen.
De vertaling ervan in ideologieën is bekend. Het ergste is wanneer idee-fixen en de waarheid waarin men wil geloven zijn vastgelegd in een politiek systeem. Een ideële dictatuur.
Het Midden-Oosten is een tragisch voorbeeld van fixatie: religieus, scripturalistisch, ethisch, historicistisch, - het zou interessant zijn om een situatieschets van het gebied tussen India en Europa te maken in termen van de idee-fixen die een hoofdrol spelen in de conflicten aldaar, bij alle partijen.

Om terug te keren naar de intellectueel van Bolkestein, ik wil niet ontkennen dat gebrek aan ervaring doorgaans een grote mond heeft, noch dat kamergeleerden vaak het beste menen te weten hoe het allemaal beter moet. Maar toch, is dat het enige?
Als het alleen aan de ‘intellectuelen’ lag, zou er niet veel gebeuren. Zij weten kennelijk aanhang te verwerven, anders zouden ze nooit een gevaar kunnen worden.
De behoefte aan een gefixeerde waarheid kent vele gelovigen, ook al (en dat is meestal het geval) vertekent zij de werkelijkheid. Waar komt die behoefte vandaan?
Met andere woorden: wat maakt ideeën zo gevaarlijk verleidelijk? Is dat niet omdat er onrecht is? Is het niet omdat er reden is om in verzet te komen en verandering te willen? Is het niet omdat men wil hopen?

Lijden vertekent de werkelijkheid en maakt gevoelig voor idealen die haar nog meer vertekenen, ten goede, - althans, dat is de belofte.
Dit kun je afwijzen, maar wat te doen met onrecht?
Ben er voorstander van om de werkelijkheid zo hopeloos mogelijk te analyseren, maar dat neemt niet weg dat er lijden is. Is het niet taak van de politiek om daar iets aan te doen?
Ik ben benieuwd of het liberale pragmatisme van Bolkestein hierop een adequaat antwoord heeft. Toch het boek lezen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten