In Saoedi-Arabië is de machthebber zo ver: hij erkent vrouwen als menselijke wezens die in staat moeten worden geacht tot het uitbrengen van een stem. ‘Koning Abdullah kwam zondag met zijn onverwachte nieuws in zijn jaarlijkse toespraak tot de nieuwe zitting van de Shura-raad, een adviesraad waarvan hijzelf de leden benoemt. Vrouwen, mits natuurlijk gehuld in lange zwarte abaya (tot op de grond reikende jas) en hoofddoek, krijgen straks voor het eerst ook zetels in deze raad.’ (NRC-next, 27-9-11)
Soms krijg je de indruk dat ideeën allesbepalend zijn in de wereld. ‘In zijn toespraak tot de Shura legde de koning zondag uit dat zijn besluit volkomen in overeenstemming is met de shari’a, het islamitische recht. Islamitische vrouwen, zei hij, hebben “hun opinie en advies gegeven sinds het tijdperk van de profeet Mohammed”. “We weigeren vrouwen in de maatschappij te marginaliseren in alle rollen die in overeenstemming zijn met de shari’a”, voegde hij eraan toe.’
Hoe lang zal deze rechtvaardigingsgrond het nog volhouden? Zolang als dat Saoedi-Arabië olie heeft en de status quo financieel aantrekkelijk blijft?
Ideeën zijn als biologische eigenschappen: ze staan in dienst van overleven, cultureel dan wel natuurlijk. Vasthouden aan verouderde ideeën kan hardnekkig zijn en eeuwen duren (een tijdsduur die evolutionair gezien weinig voorstelt), uiteindelijk houden alleen die ideeën het vol die het beste helpen om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Kennelijk zijn de omstandigheden zo dat een beroep op shari’a nog steeds overlevingswaarde heeft.
Evolutionair gezien bestaat er geen inherente rechtvaardigheid. Er valt geen kloppende orde te ‘ontdekken’, noch zal zo’n orde zich ooit ‘openbaren’ aan een denkend mens of aan iemand die stemmen hoort, - ook al vertonen machthebbers telkens weer de neiging om hun maatschappelijke orde als noodzakelijk voor te stellen. Geestelijke vrijheid is uiteindelijk het inzicht dat hetgeen zich als noodzakelijk presenteert in hoge mate een toevallige constellatie is die in de gegeven omstandigheden werkt of niet. En ook dit laatste blijkt buitengewoon rekbaar: met veel valt te leven, ook al zouden we anders willen. Het menselijk aanpassingsvermogen is enorm. Grote kans dus dat Saoedische vrouwen zich nog heel lang zullen weten aan te passen aan profetische regels. Stemmen is nu toegestaan; autorijden blijkt nog steeds niet te rijmen met de Saoedische interpretatie van de Shari’a. Niet alleen de geestelijken denken er zo over. De steun onder de bevolking is groot. Zelfs bij de evolutionaire motor bij uitstek, de jongeren.
‘Een lid van de Shura, professor Abdurrahman al-Enad, zei vorig jaar dat uit een onderzoek van zijn studenten was gebleken dat twee derde deel van de jongeren tegenstander was van sociale verandering.’ Elders in het artikel staat te lezen dat ondertussen meer vrouwen dan mannen op de universiteit zitten. Wat te willen als zelfs jongeren niet willen? Zoals eerder bleek in Tunesië en Egypte: zonder de jeugd geen verandering!
Welwillend zou je kunnen zeggen dat een beroep op de Shari’a cultureel-evolutionair nog steeds voordelen biedt, minstens in Saoedi-Arabië. De omstandigheden zijn nog niet zozeer veranderd, dat een dergelijk beroep ongeloofwaardig wordt, - althans, in de ogen van een groot deel van de Saoedische bevolking, inclusief jongeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten