zondag 4 september 2011

‘Ook in Nederland smeult de onvrede’


In de Trouw van 3-9-11 een opmerkelijk Podiumartikel van Will Tinnemans, onder de titel: ‘Ook in Nederland smeult de onvrede’. Ondertitel: ‘Lageropgeleiden hebben niet langer perspectief op sociale stijging. Ze zitten gevangen in uitzichtloze banen. Net als in Engeland kan verontwaardiging hier losbarsten.’

Het stuk begint zo: ‘De rellen in Britse steden hebben Europa verrast. Geëngageerde denkers waarschuwen al jaren dat sociale instabiliteit vroeg of laat volgt op ongelijkheid en uitsluiting van lageropgeleiden. Ook in Nederland staan de lichten op oranje.’

Opvallend is het belang dat wordt toegekend aan ‘opwaartse sociale mobiliteit’. Zij is de drijfveer voor mensen om hard te werken, om deugdzaam te leven, om zich genoegens te ontzeggen omwille van de volgende generatie: de eigen kinderen moeten het beter krijgen. Wat als dat vooruitzicht er niet meer is? Wat als de kans op verbetering van de eigen omstandigheden of die van je kinderen minimaal of nihil is?

De drijfveer is zeer herkenbaar. Sinds de geboorte van mijn zoontje staat mijn werk grotendeels in dat teken: hoe kan ik bijdragen aan een wereld die ik hem toewens? Ook weet ik van mensen die juist door het ontbreken van een dergelijk perspectief moeite hebben om hun leven als zinvol te ervaren. (Het is een van de rode draden in het ‘toneelstuk’ dat ik afgelopen vrijdag zag: ‘Sartre zegt sorry’.) ‘Na ons de zondvloed’ is een levensmotto van kinderlozen.

‘In een recent onderzoek van TNS NIPO zei bijna driekwart van de respondenten te vrezen dat toekomstige generaties het slechter krijgen dan zijzelf. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling merkte dit voorjaar in het rapport ‘Nieuwe ronde, nieuwe kansen’ op dat het perspectief van sociale stijging niet langer houdbaar is.’

Als opwaartse sociale mobiliteit werkelijk een belangrijke drijfveer is, dan ziet het er dus niet goed uit. Zeker in ons type samenlevingen, waarin burgers wordt voorgehouden dat iedereen gelijke rechten en gelijke kansen heeft. Wordt deze gelijkheid structureel aan burgers onthouden, dan ontstaat ressentiment, - een gevoel van wrok en vijandigheid dat met name in democratieën voorkomt (zoals Max Scheler laat zien).

In het artikel het volgende citaat: ‘Een van de grote dogma’s van de bemiddelde klasse is altijd geweest dat de minder bedeelden hun lot stoïcijns of zelfs met vreugde dragen. Die overtuiging zou in onze tijd weleens plotseling en verrassend kunnen worden ontzenuwd.’ (Galbraith)

Als reactie is ressentiment inderdaad waarschijnlijker dan stoïcijnse of blijmoedige acceptatie van het lot. Dit laatste is voorstelbaar in rigide klassen- of standenmaatschappijen zonder enige mobiliteit: beter je lot aanvaarden dan er onder lijden. Democratie is de belofte dat mensen niet veroordeeld zijn tot hun afkomst of hun ‘geboorteomstandigheden’. De vraag is of Westerse democratieën nog in staat zijn deze belofte waar te maken. Zo niet, dan wacht er onrust.

Leven we in een valse rust? Zou kunnen.
Vrees ik een smeulende onvrede? Niet echt. Wel een samenleving zonder toekomst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten