Gisteren bezocht ik de Mark Rothko tentoonstelling in het
Gemeentemuseum te Den Haag. Het was er druk en de stemming bedrukt. Alsof men
hoopte op het moment dat men spontaan in snikken zou kunnen uitbarsten, - zoals
vaak wordt verteld in artikelen over de schilderijen van Rothko. Ik heb evenwel
niemand zien huilen, en ook ik hield het droog.
Neemt niet weg dat er mooi werk hing, - werk waar ik wel een
tijdje privé mee in gesprek had willen gaan.
Van het eerdere werk was ik niet onder de indruk; het laat
vooral een speurder zien die niet weet waar hij het zoeken moet om te komen tot
een eigen stijl. De grote, gelaagde kleurvlakken, waar Rothko door bekend is,
komen pas nadat hij al enkele decennia bezig is.
Deze doeken hebben een opmerkelijk werking, vooral wanneer
je ze niet als een plaatje bekijkt, maar als beeld met een invloedsfeer waar je
in kunt verkeren. In mijn ervaring gebeurt er pas echt iets wanneer ik er
tamelijk dicht op ga staan. Dan is hun werking verstillend, overweldigend soms,
ja hallucinerend. Een soort stille muziek in kleur, - iets wat Rothko ook
nastreefde: schilderen als ware het muziek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten