dinsdag 24 juli 2012

Arabische lente in Syrië?


Kloppen de analyses wel die worden gegeven van de burgeroorlog in Syrië? Is het plaatje dat wordt voorgeschoteld in Westerse media niet simplistisch en voorgestructureerd vanuit Westerse denkgewoontes?

Er wordt gedaan alsof Syrië het volgende land is in de reeks Arabische landen waar de lente uitbreekt. Na Tunesië, Egypte en Libië, is het nu aan Syrië om vrijheid en democratie te bevechten. Maar deugt deze patroonherkenning wel?
Er wordt gedaan alsof er sprake is van een helder conflict: een dictator (Assad plus kliek van getrouwen) versus bevolking die naar vrijheid snakt. Maar is het zo simpel?
Er wordt gedaan alsof het lot van Syrië als geheel op het spel staat: ófwel het land wordt geregeerd door Assad, ófwel door de oppositie; alsof het land ondeelbaar is. Maar ligt het zo eenvoudig?

Ik heb sterk de indruk dat één factor over het hoofd wordt gezien, namelijk de godsdienstige. Wie de berichtgeving goed leest merkt op dat het voornamelijk een soennitische meerderheid is die in opstand komt tegen een conglomeraat aan godsdienstige minderheden (waaronder diverse denominaties christenen), onder leiding van de sjiitische alewieten (de minderheid rondom Assad). Deze minderheden hebben er geen belang bij dat de soennitische meerderheid aan de macht komt; ze dreigen dan al hun privileges en ook hun relatieve vrijheid kwijt te raken. Het is dus iets te gemakkelijk om te menen dat de gehele bevolking van Syrië zit te wachten op een regimeverandering.

Verder lijkt het me de moeite waard om de kaart van het Midden-Oosten niet alleen te bekijken op landsgrenzen, maar ook langs lijnen van godsdienstige demografie, met speciale aandacht voor soennieten enerzijds en sjiieten anderzijds. Wie de geschiedenis van het islamitische werelddeel enigszins kent, weet dat de strijd tussen deze twee hoofdstromingen binnen de islam reeds vele bloedige hoofdstukken kent.

In Irak, waar pas bij aanslagen weer meer dan 110 doden vielen op één dag, gaat de strijd voornamelijk tussen soennieten en sjiieten. De gelijkenis met Syrië is frappant, zij het omgekeerd: in Irak behoorde de dictator, Saddam Hoessein, tot de soennitische minderheid, die de sjiitische meerderheid onderdrukte.

(Wat maakt dat deze bevolkingsgroepen zo slecht kunnen samenleven binnen één land? Als naïeve westerling zou je zeggen dat Sjiisme en Soennisme slechts twee varianten zijn van eenzelfde godsdienst, de islam. Kennelijk ligt het niet zo simpel. Hoe komen beide stromingen zo onverzoenlijk, wat betreft macht?)

Voeg daaraan toe het gegeven dat de meeste landsgrenzen in het Midden-Oosten geen zelfgekozen of zelfbevochten landsgrenzen zijn, maar begin 20ste eeuw zijn getrokken door de Volkenbond, onder toezicht van de toenmalige koloniale mogendheden, m.n. de Britse en de Franse. Deze grenzen zijn dus niet gegroeid vanuit een onderlinge solidariteit, noch natuurlijk, noch cultureel. Waarom zouden de landsgrenzen dan heilig zijn?

De situatie in het Midden-Oosten is uiteraard complex, en niet te reduceren tot maar één verklarende factor. Maar wat zou het verhelderen wanneer we de factor ‘Soennisme versus Sjiisme’ eraan zouden toevoegen? Heeft dit toebehoren aan, dit zich identificeren met verschillende hoofdstromen binnen de islam verklarende betekenis in de analyse van de huidige conflicten in het Midden-Oosten?

Iran, als kernland van het sjiisme, wordt dan vanzelf ook van belang. Is het denkbeeldig dat Iran erop uit is om ‘oude’ landsgrenzen open te breken of om dit minstens te verwelkomen, teneinde nieuwe landen te laten ontstaan die gebieden met een sjiitische meerderheid omlijnen? Zodat de invloedssfeer van Iran zich solide uitbreidt. Toegepast op de huidige conflicten zou dat betekenen: een opbreken van zowel Irak als Syrië, op den duur.

Met deze bril op ziet de situatie in Syrië er anders uit. Zelfs al ruimt Assad het veld, dan is het conflict nog allerminst ten einde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten